Skip to main content

Porno en de pastorie

Tien tulpjes. Nog net niet in mijn gezicht geduwd. De ouderwetse bel rinkelt nog na, naast onze mooie jaren-dertig-voordeur. En zo rinkelen mijn gedachten ook nog na, wanneer de schenker alweer net zo snel verdwenen is als dat die verscheen. Érgens had dit gemeentelid goed opgepikt dat we afgelopen maand al twaalf en half jaar heel gelukkig waren getrouwd. Dat vroeg om felicitaties. En daar waren die tien tulpjes het teken van.

Het mooie van deze bloemen is dat ze de belofte van ten minste zeven dagen vers-garantie met zich meebrachten. Dus ten minste zeven dagen lang kijk ik nu niet alleen naar die tulpjes, maar neem ik ook de gedachte mee: dit gemeentelid geeft blijkbaar ook om ons huwelijk. Natuurlijk zitten wij heus niet te wachten op tien keer tien van die tulpjes bij elk huwelijksjubileum. Maar wat is het dat ik wél durf te verwachten van de gemeente of van mijn werkgever (de raad), als het gaat om mijn huwelijk of gezin? Is dat niet juist met dit ‘werk,’ deze roeping, van extra groot belang? In die kleine tien jaar dat ik voorganger ben heb ik helaas genoeg collega’s zien afdruipen, met veel dankbaarheid dat hun gezinsleven een stuk minder onder druk is komen te staan.

Als ik collega-voorgangers spreek dan hebben ze vaak al mazzel áls ze al een jaar-gesprek hebben met hun ‘werkgever.’ En áls ze dié mazzel hebben, dat is het wel een extra speciale mazzel als dan ook nog eens vervolgens oprecht en liefdevol betrokken de vraag wordt gesteld: ‘Wat doet deze bediening met jullie huwelijk?’ of ‘Hoe kunnen we als raad en als gemeente jullie huwelijk tot zegen zijn?’ Dat zijn wel de zeer zeldzame krenten in de pap, als ik om me heen vraag bij collega’s.

Wie nu nog rode oortjes heeft van de titel boven deze blog en zich afvraagt wanneer we het nu dan (eindelijk) over ‘porno en de pastorie’ gaan hebben, die komt misschien wat bedrogen uit. Het was niet zozeer bedoeld als een onthulling van een volgend schandaal binnen de christelijke scène. God verhoede – en dat doet Hij. De titel is juist gekozen als aansporing om die schandalen met elkaar te voorkomen. En om te werken aan een heilzaam, open en geestelijk klimaat om álles wat nodig is bespreekbaar te maken, in het Licht te brengen. Veilig – én heilig – kerk-zijn. Want de pastor in zijn pastorie zou gezien de cijfers nog al eens wakker mogen liggen van dit thema: porno.

Genoeg jongeren geven aan tijdens hun doopgesprek er klaar mee te zijn, die worsteling met porno, merk ik. En niet alleen de jongere dopelingen. Hoe begeleid je ze hierin? Veel pastorale huwelijks-gesprekken getuigen van de vernietigende werking van porno. En als we van de ‘interne kerk-problemen’ uitzoomen naar buiten, dan móet het toch iets van een heilige onrust geven in ons wedergeboren hart dat (voornamelijk) vrouwen, maar ook kinderen worden verhandeld, misbruikt en uitgebuit? Heeft Jezus daar niets over te zeggen? Hoe gaan we het gesprek daarover aan in de gemeente? Hoe doorbreek je het taboe? En: wat doet dit thema met de pastor zelf?

Vragen te over. Je zou er een studiedag over kunnen houden. En gelukkig is die er dan ook, gedragen door Unie-ABC, in samenwerking met de Theologische Universiteit Utrecht, IJM en Tot Heil des Volks. De studiedag staat open voor ieder betrokken gemeentelid, maar oudsten en voorgangers zullen zich vast extra toegerust weten. En zijn we er klaar mee als de studiedag voorbij is? Vast niet. Maar net als bij het ontvangen van die tien tulpjes rinkelen de bellen en gedachten vast nog langer na. Dus aanmelden maar!

Maurits Luth is regio-coördinator Noord bij Unie-ABC, predikant van de baptistengemeente Kampen, pionier bij de baptistengemeenten Dronten i.o. en IJsselmuiden i.o. en buitenpromovendus aan de Vrije Universiteit.

PEPstudiedag

Jezus en de klok van het Koninkrijk

Wie ooit een preek of praatje heeft gehoord over Jezus’ gelijkenis van de talenten uit Mattheus 25, is vast bekend met de conclusie van veel van dit soort verhalen: “Iedereen heeft talenten gekregen. Stop je talenten niet in de grond, maar gebruik ze voor God!” Met God bedoelen we dan meestal de kerk (met een overvol vacaturebord). Deze benadering prikkelde al jaren mijn bullshit-meter, dus ik besloot de tekst eens te onderzoeken… En schrok me kapot…

Wat blijkt? De bekende ‘doe iets met je talent’-benadering is gebaseerd op een taalkundige toevalligheid. Het Griekse woord ‘talentos’ heeft namelijk geen mallemoer te maken met wat wij onder het woord ‘talent’ verstaan. Wij Nederlanders en Engelstaligen gebruiken het woord talent om persoonlijke kwaliteiten aan te duiden. Bij goede jonge voetballers of schakers zeggen we: “Talentje hoor!” Het woord ‘talentos’ dat Jezus hier gebruikt, is echter een aanduiding voor een gewicht aan geld. Het drukt dus financiële waarde uit, wat logisch is wanneer je de hele gelijkenis leest. Bijbelvertalers konden het Griekse ‘talentos’ niet rechtstreeks vertalen, dus kozen ze een Nederlands of Engels woord dat al voorkomt in onze taal, maar een totaal andere betekenis heeft… Nu kunnen we daar in het algemeen prima mee omgaan. Een woord als ‘ton’ kan duiden op geld, gewicht of haring. Het wordt pas ingewikkeld als je een ton haring bestelt bij iemand die ze niet uit elkaar kan houden…

De gevolgen hiervan zijn groot: we gaan onze eigen uitleg projecteren op een tekst die niet gaat over eigen kwaliteiten. De Bijbel in Gewone Taal vertaalt ‘talentos’ met financiële termen als ‘ton’ en ‘miljoen’ om die verwarring te voorkomen.

De vraag is nu: Waar gaat de gelijkenis dan wél over? Als we even uitzoomen, zien we dat dit de derde gelijkenis is die Jezus deelt in zijn ‘rede van de laatste dingen’ die in Mattheus 24 wordt ingezet. Jezus loopt dan met zijn leerlingen tussen de imposante gebouwen in Jeruzalem en Jezus zet direct de toon: “Niet een steen zal op de ander blijven staan.” Daarna volgt uitleg over de komst van de Mensenzoon, gevolgd door drie gelijkenissen: De huismeester die op het huis van zijn meester past, de wijze en dwaze meisjes bij de bruiloft en tot slot het verhaal van de talenten.

Alle drie de gelijkenissen hebben een waarschuwend karakter en gaan over de klok van het koninkrijk. Op de achtergrond leeft vanuit de discipelen namelijk de vraag: Wanneer zal dit gebeuren? Jezus is duidelijk: Niemand weet dit, alleen de Vader (24:36). Jezus presenteert in de drie gelijkenissen echter een andere vraag die voor christenen veel wezenlijker is: Hoe ga je om met de tijd die je gegeven is tot de wederkomst?

blog Marijn

Wanneer we dan inzoomen op de derde gelijkenis, kijken we vooral naar de derde dienaar. Hoe ging hij om met de (lange!) tijd die hem gegeven was? Het antwoord is vernietigend: niets. Jezus waarschuwt hiermee voor een passieve, afwachtende houding in het licht van Zijn wederkomst. Ook onder christenen vandaag kom je die houding tegen: het (onbijbelse!) idee dat Gods ingrijpen in de toekomst ons werk hier vandaag overbodig maakt, kom ik nog vaak tegen. Veel christenen lijken te denken dat de nieuwe hemel en aarde uit Openbaringen betekenen dat God deze werkelijkheid in de kosmische prullenbak gooit en opnieuw begint. En inderdaad: waarom zou je dan nu nog een bijdrage leveren aan zo’n aflopende zaak? In zijn verdediging voert de luie dienaar nog een argument: Hij was bang voor zijn gierige meester. Jezus ontmaskert dit argument echter in Joodse retoriek: de dienaar was bezig met de verkeerde vraag. Hij was ontmaskerd en bezig met de vraag: “Hoe red ik me hieruit?!”, terwijl de eigenlijke vraag had moeten zijn: “Hoe dien ik mijn Heer?”

Wat kun je hier als christen mee vandaag de dag? Jezus roept Zijn leerlingen op om door te gaan met werken en dienen in het Koninkrijk. Dat is vele malen breder dan de kerk en ons volle vacaturebord. Het gaat Jezus om onze beschikbaarheid en verlangen om iets van Zijn radicaal andere Koninkrijk zichtbaar te maken op de plekken waar wij gesteld zijn. Dat kan zijn als advocaat, timmerman, fysiotherapeut, leerkracht, scholier, student of manager. Christenen mogen mensen zijn die elkaar de vraag stellen: “Help me eens, hoe dien ik in deze situatie?” of “Waar zoek en vestig jij vrede en verzoening met je medemens?” of “Waar kunnen wij iets van Gods nieuwe wereld al zichtbaar maken van negen tot vijf?”

Tot slot eindigen de drie gelijkenissen met een stevige boodschap, die eindigt in “jammeren en knarsetanden”. Jezus vraagt ons Zijn waarschuwing te wegen. Als je Gods verlangen kent, maar als Zijn missie je koud laat, je geen enkel verlangen hebt daarin te participeren, is er ook geen toekomst voor je in dat Koninkrijk. Mocht je denken: “Dat is bikkelhard, waar is de genade?” valt op dat Jezus die genade in de tijd plaatst. Blijkbaar is er nog tijd om mee te doen met het goede werk van God in deze wereld. De klok van het Koninkrijk lijkt trager te tikken dan we aanvankelijk dachten: het duurt best lang! Met alles wat gaande is in de wereld kun je daar somber van worden. Maar ook enthousiast: blijkbaar mogen we nog altijd anderen dienen en uitnodigen mee te doen met het goede van God. Laten we deze uitgestelde tijd goed gebruiken!

Marijn Vlasblom is docent aan het Seminarium en betrokken bij de Millenial Challenge. 

Dichtbij

“Maart roert zijn staart”, is een bekend gezegde, wat duidt op veel afwisseling van weer en vooral veel regenbuien. Dit jaar is dat echter heel anders: veel strakblauwe luchten, overvloedige zon, dagen met hoge temperaturen, bijna geen regen, we genieten er van…. In Nederland dan wel! Vorige week sprak ik mensen op het station, die naar Schiphol gingen om met het vliegtuig naar Portugal te gaan. Je zou denken: naar alvast prachtig zomerweer, maar daar regende het die week volop! Toen waren we hier, dichtbij huis, beter af. Het gras is niet altijd groener bij de buren, dat blijkt wel.

Zo kan het ook in je leven zijn: je verlangt naar grote dingen ver weg, maar soms (of juist vaak!) is de zegen heel dichtbij! In een fietstocht over de hei, een mooie ontmoeting in de trein, een kop koffie met een vriendin, een lied wat je raakt, een goede preek, een bemoedigend kaartje of appje, de lach van een kind…  En ook: de natuur die weer ontwaakt in de lente, de narcissen die gaan bloeien, de verse groene blaadjes aan de bomen, het komt er weer aan!

We zitten nu in de veertigdagentijd, een tijd van bezinning, misschien ben je bezig met een vorm van vasten, we denken aan het lijden van Jezus voor onze zonden, het leven lijkt donker (zeker in deze politieke werkelijkheid), maar we kijken uit naar wat komt: Zijn opstanding, Jezus’ overwinning over de dood! Een nieuw leven breekt aan! En het mooie is: Jezus is niet ver weg, we hoeven niet op reis om Hem te ontmoeten, Hij is heel dichtbij, iedere dag, waar je ook bent!

Veel gemeenten zijn al druk bezig met de voorbereidingen voor de paasviering. We kijken uit naar wat komt. Maar ook nu, in deze veertigdagentijd, mogen we Jezus zoeken, ontmoeten, Zijn zegen ervaren in de kleine dingen. Want we weten: Hij is dichtbij!

Ingrid de Vries is financieel medewerker bij Unie-ABC en lid van Baptistengemeente Siloam Ede

Bakje troost in de lijdenstijd

Een paar weken geleden startte ik met een gezondheidsprogramma waarbij ik geen suiker eet. Dus geen koekje bij de koffie (nee, ook geen speciaal gebakken stukje taart dat al op een schoteltje klaarstaat bij een huisbezoek), geen dropjes om een lange werkdag achter de computer gezellig mee te maken, geen chocolade tijdens een ritje naar huis na een pittige vergadering…  Vooraf dacht ik erover na wat dat snoepen voor mij betekent. Het is een vorm van troost die teruggaat naar mijn tienertijd. Ik voelde me thuis niet zo gezien en verzachtte het onbewuste verdriet met iets lekkers tijdens het huiswerk maken.

Gelukkig is het 40 dagentijd en ben ik nu niet alleen. Velen vasten met mij mee door alle tussendoortjes te laten staan. Of door geen alcohol te drinken, niets nieuws te kopen, minder te Netflixen of Tiktokken of geen vlees te eten. Ook dat zijn allemaal dingen waar je soms troost in vindt.

Ook Jezus zocht troost voordat Hij zijn lijdensweg begon. Hij werd getroost door bemoedigende woorden van Mozes en Elia, door de stem van Zijn Vader, door de geur van olie en de handen van Maria, door de aanwezigheid van zijn vrienden, door samen een feestmaal te eten, door brood en wijn, door een engel.

Maar Jezus deed ook afstand van alle troost. Hij verliet zijn geboortestreek om naar het onveilige Jeruzalem te gaan, Hij vluchtte niet langer naar gebieden buiten Israël, Hij begaf zich in de invloedssfeer van de machthebbers die Hem wilden doden. Hij at en dronk een laatste keer, waakte een hele nacht en liet toe dat al zijn vrienden vluchtten, dat Judas Hem verraadde en dat Petrus beweerde niet eens te weten wie Hij was. En uiteindelijk bleef Hij helemaal alleen over, totdat Hij ook de aanwezigheid van Zijn Vader niet meer kon voelen.

Hoeveel ongemak kunnen wij verdragen? Het is goed mogelijk dat we in de nabije toekomst allerlei vormen van troost zullen moeten missen. Ontwikkelingen in de wereld zouden maar zo ons comfortabele leven onder druk kunnen zetten. Nu al is door klimaatverandering koffie bijna een luxeproduct geworden. Zou jij zonder je dagelijkse bakje troost kunnen?

coffee 4618705 1280

Laten we het verdragen van ongemak oefenen door onszelf van tijd tot tijd iets te ontzeggen waar we troost aan ontlenen. Ga dan eens na wat dit met je doet. Ben je ergens zo afhankelijk van dat je er niet meer zonder kunt? Verdoof je moeilijke gevoelens? Besteed je te veel tijd aan dingen die de leegte in je ziel niet kunnen vullen? Bespreek je verslaving, je moeilijke gevoelens en je leegte met God en met elkaar, zodat Hij je kan vullen met de aanwezigheid van de Trooster.

En zolang dat nog kan, mag dat gerust onder het genot van een bakje troost (het liefst frair trade natuurlijk).

Geertje Plug is bestuurslid bij Unie-ABC en voorganger bij de Baptistengemeente Harderwijk. 

Brood om te eten ... óf te laten staan

Wim ging met grote regelmaat in hongerstaking. Steeds hield hij het maar een paar dagen vol. “Wim is weer in hongerstaking,” zuchtten zijn verzorgers dan tegen me. En een paar dagen later: “Wim is weer begonnen met eten.”

Lees verder