Skip to main content

We gaan kapot aan elkaar en we helen aan elkaar


Geschreven door Natanja Corsel

24 februari 2025
Geplaatst op 24 februari 2025

Terwijl op 14 februari heel commercieel Nederland bezig was om de liefde te vieren, was in Amersfoort een studiedag vanuit het Evangelisch College over hechting en geloof. Een onderwerp dat gezien de enorme opkomst - de zaal zat nagenoeg helemaal vol - veel speelt in kerkelijk Nederland. Vanuit het hele land waren mensen afgereisd naar Amersfoort om te leren van Hanneke Schaap, hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de VU en rector van het Kennisinstituut Christelijke GGZ.

De dag bestond uit een ochtendgedeelte over hechting en geloof en een middaggedeelte over de pastorale toepassing en begeleiding. De centrale vraag waar de colleges om draaiden was: 'Hoe kom je meer in verbinding met God, als die verbinding met jezelf en anderen zo moeilijk is?' De eerste vragen van God aan de mens waren “mens, waar ben je” en “mens, waar is je broeder”. Vragen die tonen dat het Bijbelse mensbeeld er één van relaties is. Geloofstaal is hechtingstaal.

Moeilijkheden in hechting

Hanneke legde ons uit dat moeilijkheden in de hechting iets doen in de beleving van de werkelijkheid. Je ontwikkelt in de vroege jeugd een beeld, allereerst van de ander. Dat beeld internaliseer je - een onbewust en natuurlijk proces - en dat beeld koppel je vervolgens aan het beeld dat je hebt van jezelf. Deze samenvoeging van ervaringen noemen we een intern werkmodel. Het functioneert als een soort template en filter voor latere relaties.

In dit interne werkmodel staan een aantal termen centraal tegenover elkaar: angst en vermijding tegenover vertrouwen en nabijheid. Hier vanuit zijn er vier hechtingsstijlen, je ziet ze hieronder in schema weergegeven. Deze werkmodellen werken door op een impliciet niveau, je bent je er niet altijd bewust van en kunt ze vaak moeilijk onder woorden brengen. Het heeft dan ook niet te maken met de cognitieve, maar affectieve laag. Je ervaringen worden als het ware opgeslagen in je lijf.

Afbeelding1

Dit neem je vervolgens ook mee in relatie tot God. Je kunt God, afhankelijk van je interne werkmodel, als beschikbaar, zorgend en steunend ervaren, maar bijvoorbeeld ook als wisselend beschikbaar, afstandelijk, niet geïnteresseerd of zelfs bedreigend. Alles wat je hoort en leest over God gaat door je eigen filter van ervaringen. God kan hierin ervaren worden als gelijk aan de ouder/verzorger die betrokken was bij de moeilijke ervaringen óf juist als tegengesteld hieraan, en dan, ondanks gebrek aan vertrouwen in mensen als wél betrouwbaar worden ervaren.  

Pastorale praktijk

Maar wat betekent dit nu voor de pastorale praktijk? Allereerst het besef dat wanneer de pijn en moeite op de impliciete laag ligt, het antwoord hierop óók daar te vinden is. Het benoemen 'de Bijbel zegt het' heeft helaas niet direct het gewenste resultaat. Dit kan ook iemand met gehechtheidsproblematiek cognitief makkelijk nazeggen, en het nog menen ook. Dit is een oplossing op taalniveau voor een angst of vermijding die een laag dieper geworteld is.

Maar wat dan wel? Herstel is mogelijk, maar vaak een verhaal van een langere adem. Verbinding en nabijheid zijn hierin essentieel. Het herstel begint namelijk in de onderlinge relatie, waarin je als het ware een veilige basis voor de ander bent. Hanneke noemt dit het belichamen van betrouwbaarheid en veiligheid. Hierin maak je in je houding iets van God zichtbaar aan de ander. Belangrijk hierin is het om goed te luisteren. Het klinkt makkelijk, maar vraagt nogal wat: oordeelloos luisteren en hierin de verschillende lagen ontdekken en eventuele emoties benoemen.  Zo kun je samen, op termijn, met elkaar en met God, onder leiding van de Heilige Geest, grip vinden en breuken herstellen. Groeien in geloof, vertrouwen en nabijheid.

In de begeleiding van mensen met een onveilige hechting gaat het om de balans van 'comfort' en 'challenge': bevestigen en uitdagen. Enerzijds het zijn van een zekere basis en veilige haven, anderzijds het uitdagen om nieuwe wegen in te slaan en patronen te veranderen. Transformatie is een geloofsbegrip, met een directe verbinding aan gehechtheid. Zoals een studente van Hanneke, ervaringsdeskundige in de hechtingsproblematiek het ooit mooi verwoord: “we gaan kapot aan elkaar en we helen aan elkaar”.

Gods licht laten schijnen

Moe en eigenlijk wat overweldigd door een dag vól gebrokenheid en gesprekken met mensen die gedreven zijn om iets van Gods licht in de duisternis te laten schijnen, zat ik in de trein terug naar huis, waar Lauren Daigle en Jon Foreman in mijn Spotifylijst precies woorden gaven aan het gevoel dat nu overheerste:

Oh how I long for heaven in a place called earth
Where every son and daughter will know their worth
Where all of streets resound with thunderous joy
Oh how I long for heaven in a place called earth

Hoe mooi is het om als geloofsgemeendschap zó aanwezig te zijn. Een veilige haven en zekere basis voor mensen die gebroken zijn. Waar alvast een klein stukje van dat hemelse perspectief zichtbaar is en mensen de tijd en ruimte krijgen om te helen. Om het af en toe ook even niet te weten, de mist in te gaan en te worstelen met zichzelf, anderen en God, maar waar ze zich dan alsnog onderdeel weten van de geloofsfamilie. Waar we, door de Geest, aan elkaar mogen helen. In de wetenschap dat we ooit, bij Hem, volkomen geheeld zullen zijn!

Natanja Corsèl is officemanager bij Unie-ABC en student aan het Seminarium. 

We gaan kapot aan elkaar en we helen aan elkaar