Complotdenken III: Leven in een ander narratief
Geschreven door Henk Bakker
Ik denk dat oude tijden herleven en publieke leugens het weer kunnen gaan winnen van zorgvuldig feitenonderzoek en het gezonde verstand. Het klinkt ongelofelijk dat in de Verenigde Staten de kans bestaat dat miljoenen burgers, waaronder veel christenen, in de komende jaren zouden vasthouden aan de gedachte dat de zittende regering daar een onwettige zou zijn. Als dat gebeurt, gaan 2 Thessalonicenzen 2:11 en 1 Koningen 22:22 als duidingsmotief wederom in vervulling, want dit motief herhaalt zich en verhevigt zich door de eeuwen heen.
Het klinkt ongelofelijk dat in Nederland de kans bestaat dat duizenden burgers, waaronder veel christenen, zouden vasthouden aan de gedachte dat Corona een geplande uitvinding is en dat veel van de ziekte die het virus teweegbrengt op goed acteerwerk is gebaseerd. Om door zulke publieke leugens heen te prikken volstaat het niet om simpelweg de feiten te benoemen, want men leeft in een ander narratief. Walter Brueggemann wees er jaren geleden in zijn boek The Prophetic Imagination al op dat zo’n narratief niet zomaar verandert of oplost, en dat veelal een harde confrontatie met de leugen én met de waarheid nodig zijn. Ik wil op die confrontatie wat dieper ingaan.
Brueggemann beschrijft dat het een strijd om de ‘verbeelding’ van mensen betreft. Daarom werden profeten er op uit gestuurd om door de verbeelding van koningen en andere machtigen heen te prikken of door de voorstellingen die onder het volk leefden, zoals een vals gevoel van veiligheid of de illusie dat alles tussen hen en God in orde is. De profeet moest de confrontatie aangaan om ruimte maken voor een ander beeld, een narratief dat de bubbel doorprikt. Vanzelfsprekend is de botsing, hoe dan ook, een pijnlijke. In elk geval doet de confrontatie een beroep op de behoefte aan waarheid, en hier bevindt zich volgens mij een uitweg. Het draait om verlangen naar waarheid, zoals ieder mens dat heeft. Het is niet zo dat complotdenkers de waarheid niet zoeken, dat is een misvatting. Ook zij zoeken zekerheid en hebben baat bij feiten, maar ze hebben geleerd om niet te vertrouwen op berichtgeving van overheden en andere geijkte media. Vaak zijn ze teleurgesteld en is het vertrouwen beschadigd, zoals ook onlangs bleek toen de belastingdienst zich keerde tegen haar eigen volk. De systemen zijn soms zo verrot, dat burgers niet meer tellen en de menselijke maat zoek is. Dan is het een benauwende, maar logische gedachte dat de bekende systemen tegen je gebruikt worden en niet op jouw welzijn uit zijn, maar op eigen gewin.
Ook al staat het verlangen naar waarheid onder druk en is het gekwetst en vertroebeld, het is er nog wel en is een mogelijke weg naar buiten, uit het complotdenken. Ik heb al op Paulus’ woorden gewezen dat ‘liefde voor de waarheid’ mensen uit publieke leugens kan ‘redden’ (2 Thessalonicenzen 2:10), en deze weg zou door kerken meer uitgerold kunnen worden. Liefde voor de waarheid kan een thema zijn dat in de lijn van Brueggemann een nieuw beroep doet op de verbeelding en oude voorstellingen vervangt door betere, die meer of feiten zijn gebaseerd. Dit zal niet altijd een vloeiende beweging zijn. Confrontaties zijn onvermijdelijk, en toch zullen er christenen zijn die door goede voorlichting en heldere feiten op een beter spoor worden gezet, hetzij geleidelijk, hetzij schoksgewijs. Ik denk dat kerken er niet aan ontkomen om hulp te verlenen en zich te mengen in de discussie en het debat.
Er zitten dus duidelijk twee kanten aan het verhaal over complotdenken. Enerzijds is het een zwart-wit verhaal over publieke leugens en foute systemen, anderzijds gaat het ook over mensen die een gekwetst verlangen naar waarheid hebben en intens teleurgesteld zijn. Natuurlijk geldt dit niet één op één iedere complotdenker, want er zullen vast ook meelopers zijn die over waarheid en feiten nauwelijks hebben nagedacht. Ze zijn gewoon onbestemd boos op alles en iedereen en die boosheid zoekt een uitlaatklep. Complotdenken helpt daarbij. En toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat dit voor het merendeel van de complotdenkers anders ligt. Zij zijn wel gekwetst, en daardoor onzeker en in zekere zin ook bang. Het is beangstigend om in een narratief te leven dat steevast uitdraait op ‘in staat van oorlog zijn’ met de systemen om je heen. Het is bovendien afpeigerend en kost veel energie.
Ik wil met deze drie columns de vinger niet alleen leggen bij het gevaar van complotdenken. Net zo belangrijk is dat kerken het gesprek aangaan en de nodige pastorale zorg bieden. De loodlijn die er ligt is die van informatievoorziening en vooral het diepe verlangen naar waarheid. Van daaruit kan een vertroebelde antenne zich herstellen en zich op een ander narratief gaan oriënteren.