Skip to main content

Gewijde tijd en ruimte

De beste gedachten daar kom je niet op, die komen tot je. Iets treft je ineens, met een helderheid van inzicht waar je verrast van bent, stil van wordt. Alsof je zojuist iets wezenlijks op het spoor bent gekomen.  

Zo zat ik onlangs in de auto terug van een Challenge, onderdeel van het project Begrijpend Leven. In een Millennial of Jongvolwassen Challenge committeert een groep zich voor 10 ontmoetingen aan het uitdiepen van een gezamenlijke vraag en het aanleggen ervan op een centrale passage uit de Bijbel. Als onderzoeker binnen het project Begrijpend Leven loop - of beter gezegd, rijd - ik deze challenges af om een duidelijk beeld te krijgen van wat er nou gebeurt wanneer mensen in gezamenlijkheid de Bijbel openslaan op zoek naar antwoorden voor de vragen die het leven opwerpt. 

Enerzijds zou je kunnen stellen dat dit vragen is naar de bekende weg. Immers, we leven met een duidelijke schriftverwachting: we geloven dat God spreekt, door Zijn Woord. Daarbij kennen we een duidelijke Godsverwachting: we verwachten dat Hij aanwezig is in zulke ontmoetingen (lees Mattheus 18:20). En toch is het niet altijd klip en klaar, koek en ei. Toch ‘werken’ sommige ontmoetingen wel en anderen niet. Toch ervaren we de ene keer veel duidelijker dat de Bijbel ‘spreekt’ en dat we iets waarnamen van van Zijn aanwezigheid. 

En in de auto trof me iets. 

De gedachte die in me opkwam was dat er veel in zulke ontmoetingen gelegen is aan tijd en ruimte; aan de beschikbaarheid van tijd en aan de afbakening van ruimte; aan het vermogen van de groep om in deze apart gezette tijd-ruimtelijkheid aandacht te hebben voor elkaar, ontvankelijk te zijn voor hoe het leven pijn en moeite opwerpt en vraagtekens oproept bij de ander; toestaan dat de verhaallijnen in het narratief van je eigen leven doorweven raken met de verhaallijnen van een ander en de verhaallijnen uit de schrift. Dan kun je denk ik spreken van een tijd-ruimtelijkheid waarin Christus aan ons openbaar wordt in de ontmoeting met elkaar en in de gezamenlijke zoektocht naar de zeggingskracht en duiding van Zijn Woord. 

Zo’n ontmoeting in tijd en ruimte gebeurt dan ineens. Het komt tot je, als iets wezenlijks en echts. Het enige wat je deed was het wijden van de tijd en ruimte aan God en aan elkaar. Je gaf je aandacht, je intentionaliteit, in het moment en in de ruimte. En toen gebeurde het ‘gewoon’. 

Het klinkt zo gemakkelijk. Terwijl ik het, eerlijk gezegd, in het alledaagse al zo moeilijk vind om met aandacht in het moment en in de ruimte te zijn. Om aanwezig te zijn. Er is zo’n ellendig elektronisch device dat dagelijkse mijn aandacht kaapt. Een smartphone die me, hoewel ik lijfelijk aanwezig ben, keer op keer opslokt in een digitale tijd-ruimtelijke tussendimensie. Als ik niet oppas vul ik elk loos moment gedachteloos op met die veegmachine, dat aan mijn hand vergroeide doom-scroll-ding. Zou het kunnen dat de mate waarin ik mijn aandacht laat kapen omgekeerd evenredig is aan de mate waarin ik ontvankelijk ben voor echte ontmoeting met God en de ander? En als dat zo is, welke keuzes heb ik dan te maken om beschikbaar aanwezig te zijn in mijn gezin, op mijn werk, in de gemeente? 

Ik ben maar vast begonnen om mijn iPhone overdag zoveel mogelijk boven te laten liggen. Zodat ik weer bewust mijn aandacht kan geven in het moment op de plek waar ik daadwerkelijk ben. Zodat ik geraakt kan worden.

 Volgens mij ben ik iets wezenlijks op het spoor.

Bart de Zwaan is medewerker van het Seminarium en onderzoeker voor de JoVo Challenge. 

Contact zoeken

Het lijkt zo vanzelfsprekend. Contact maken met mensen. In een wereld waarin we alle communicatiemogelijkheden hebben zou dat eenvoudig moeten zijn. En tegelijk zien we juist zo vaak het tegenovergestelde gebeuren.

Deze week zijn er verkiezingen in Nederland. Met stijgende verbazing kijk ik naar alle debatten op de verschillende televisiezenders. Iedereen probeert zijn of haar punt te maken. Begrijpelijk. Maar tegelijkertijd ontaardt een debat vaak in een eindeloos gekrakeel waarin niemand naar elkaar luistert, en niemand elkaar lijkt te willen begrijpen. En de reactie van veel mensen is dan ook voorspelbaar: die hele politiek is één grote janboel. Politici staan de laatste tijd steevast hoog in de top van meest onbetrouwbare mensen.

Contact maken met mensen. Waarom eigenlijk? Hoe belangrijk is het? Soms wordt je onverwacht met de neus op feiten gedrukt. Deze zomer waren we op vakantie in Engeland. Een prachtig land met heel beschaafde mensen. Engelsen zijn ongelofelijk aardig en vriendelijk. En natuurlijk zeer hoffelijk. En eigenwijs. Eén van de eigenwijze dingen is dat in tegenstelling tot de rest van Europa Engelsen links op de weg rijden. Dat is op zich niet zo moeilijk. Gewoon achter je voorganger aanrijden. En op de grote wegen zijn allemaal gescheiden banen, dus dan merk je er helemaal niets van. In de stad wordt het toch iets anders. Daar begonnen mijn vragen.

De steden in Engeland kennen eindeloos veel rotondes, maar soms kom je op gelijkwaardige kruisingen. Mijn vraag was: Wie heeft er op een gelijkwaardige kruising voorrang? In Nederland is natuurlijk de regel: Rechts heeft voorrang. Maar hoe zit dat als je links rijdt? Gelukkig hebben we internet. Ik zal maar citeren wat een officiële website als antwoord op mijn vraag gaf. Op een gelijkwaardige kruising in Engeland zijn er geen vaste regels. Zoek oogcontact met elkaar en geef elkaar de ruimte. Meestal gaat degene die het eerst op de kruising is voor.

Wat een briljante oplossing van die Engelsen. Zoek oogcontact en kom er samen uit. Dat geldt voor het verkeer, maar dat kun je natuurlijk doortrekken naar allerlei terreinen. Zoek oogcontact en kom er samen uit! Het geldt voor politiek en het landsbestuur. Het geldt ook voor bezig zijn in gemeenten. Zoek contact en kom er samen uit. Wat voorkomt dat veel. En wat helpt ons dat de goede richting op.

Wanneer je kijkt naar de gemeenten, dan lijkt dat misschien wel wat op die kruisingen in Engeland. Mensen komen met allerlei achtergronden en ervaringen. Iedereen kent het verlangen om de Heer te dienen. Zijn naam groot te maken. Het evangelie te verkondigen. Maar tegelijk spelen zoveel persoonlijke zaken mee. Hoe houd je dan de boel in balans? Hoe voorkom je dat er ongelukken ontstaan? Zoek oogcontact en kom er samen uit! Wanneer je begrijpt wat de ander drijft, wat de ander heeft meegemaakt, dan praat dat heel anders. Dan kun je samen de weg van de Heer zoeken. Dan sta je niet tegenover elkaar, maar dan sta je naast elkaar. In de gemeente is de basis de persoonlijke contacten die er zijn. Het gaat niet om het systeem. Niet om het eigen gelijk. Het gaat om het samen zoeken naar de weg van de Heer.

Het lijkt zo vanzelfsprekend. Contact maken. Elkaar even aankijken. Juist in de gemeente doen we dat. Oog hebben voor elkaar. Bovenal oog hebben voor Onze Heer. Samen onderweg zijn. Dan komt de zegen vanzelf.

Harm Jut is werkzaam als regio-coördinator bij Unie-ABC en voorganger bij Baptistengemeente Siloam in Ede. 

Besmettingsgevaar; Inspirerende gastvrijheid leidt tot missie-koorts

Nog een paar weken en dan is het zover; dan begint het langverwachte Missieweekend in het Zuiden… Het is mooi om vanaf het Unie-ABC-kantoor te zien hoe dit weekend steeds meer gaat leven en de aanmeldingen blijven binnendruppelen. Inmiddels zitten we al op ruim 80 aanmeldingen, uit het gehele land en aanmelden kan nog steeds!

Ik moet heel eerlijk bekennen dat ik in eerste instantie wat voorzichtig was in mijn enthousiasme. Want twee dagen met een vol programma betekent al snel minstens twee keer zoveel werk. Extra taken en regelzaken, extra vrijwilligers, extra kosten, langer van huis weg, ver reizen voor zowel de dagen zelf als de voorbereiding en zo nog meer praktische hobbels kwamen toch al snel bij mij op. Met daarnaast nog de vraag of de gemeenten wel zouden komen, naar het “verre” Limburg, dat voor veel mensen toch een behoorlijke reis is.

Gaandeweg kreeg het programma vorm en werd het enthousiasme van de regiocoördinator en kartrekker Jaap Ketelaar behoorlijk aanstekelijk!

We gingen in de voorbereiding op bezoek naar Brunssum-Treebeek en ik merkte hoe de “missie-koorts” langzaam maar zeker vat begon te krijgen. Ze vertelden over hun ontstaan en recente jubileum en hoe ze dat willen vieren en delen met de gemeenschap. Dit doen ze door hun gemeente letterlijk open te stellen, deze dagen praktisch te ondersteunen en ook financieel bij te dragen. Dit omdat ze de gemeenschap willen laten meevieren en willen bijdragen aan de beweging naar buiten; delen van de rijkdom die ze in Christus hebben ontvangen. Wat een prachtige manier om je 100-jarig bestaan niet alleen intern, maar ook samen te vieren! Om samen te vieren én te leren en om met elkaar bezig te zijn over het nog verder delen van het Evangelie.

Na het bezoek in Brunssum-Treebeek was er de regioavond in Weert. Hier zoemde ook enthousiasme en verwachting al tijdens de koffie vooraf aan de avond en werden tijdens het programma de dagen met elkaar doorgesproken. Vrijwel alle gemeenten uit het zuiden waren aanwezig (vanwege ziekte was er één afmelding) – Wat een opkomst! Al snel werd duidelijk dat de missie-koorts niet alleen in Brunssum-Treebeek was doorgedrongen, maar dat alle zuidelijke gemeenten inmiddels besmet waren. De benodigde vrijwilligers voor het programma waren zó geregeld! Iedere pauze in het weekend wordt door een gemeente uit het zuiden geadopteerd en ze zullen dan de gemeenschap dienen door koffie, thee en/of fris te schenken en iets lekkers, naar eigen inzicht, bij te dragen.

Inmiddels ben ik al aardig besmet met het virus en zie ik al vol verlangen uit naar het weekend en naar wat God hier doorheen wil werken. De gastvrijheid vanuit het Zuiden, de verbinding door twee mooie dagen samen te beleven, de passie voor de verspreiding van het Evangelie, de bemoediging van onze broeders en zusters uit het Zuiden door de vele bezoekers uit het hele land, het samenwerken met collega’s en vrijwilligers om er twee fantastische en soepel lopende dagen van te maken. Het maakt dat mijn oorspronkelijke voorzichtigheid heeft plaatsgemaakt voor enthousiasme. Regelmatig kijk ik bij de aanmeldingen om te zien dat er wéér meer mensen komen!

Het programma staat als een huis, met bijdragen over de breedte van het missionaire werkveld, inspirerende gasten en zelfs een heuse theatershow op vrijdagavond. De ondersteuning wordt geleverd door een enthousiaste groep van gemeenten die gezamenlijk dit Missieweekend dragen, aangevoerd door de ervaren en daadkrachtige regiocoördinator. Ik kan niet anders dan dit weekend van hárte bij een ieder aanbevelen. Maar pas op: de missiekoorts is besmettelijk 😉

Natanja Corsèl is officemanager bij Unie-ABC en student aan het Seminarium. 

PS: Twijfel je nog? Laat je inspireren op onze website: Unie-ABC - Unie-ABC Missieweekend in Zuid-Limburg

PS2: Meldt je tijdig (uiterlijk 31 oktober) aan zodat wij rekening kunnen houden met de boodschapppen en ervoor kunnen zorgen dat iedereen te eten heeft. 

PS3: Wist je dat je GRATIS bij gemeenteleden in de regio kunt verblijven? Als je hier gebruik van wilt maken, kun je dat aangeven op het aanmeldformulier. 

PS4: Twijfel je nu nog steeds? Bekijk dan hier het inspirerende en uitdagende programma! 

PS5: Tot ziens in het Zuiden! 

Struikelen over jezelf: over stoeptegels en splinters

Als er iets goeds uit het coronatijdperk is blijven hangen, dan is het mijn gewoonte om vier keer per week de dag te beginnen met hardlopen. Dat begon ooit vanuit een verlangen om meer te doen met de drie B’s in mijn leven: Bewegen, Bidden en Bijbellezen. Maar dan wel in die volgorde – anders start ik niet op. En zo ren ik, vijf jaar later, nog steeds in de ochtendschemer mijn rondjes door de wijk. Na een paar kilometer in de benen kan ik me beter concentreren op bidden en bijbellezen. Eigenlijk word ik dus pas wakker tijdens het rennen. Daar kleven ook nadelen aan, ontdekte ik vorige week.

Al vier jaar volg ik hetzelfde rondje. Na twee kilometer kom ik langs een boom die elk jaar in zijn groeispurt een paar stoeptegels wat verder omhoog drukt. Meestal stap ik er moeiteloos overheen. Tot vorige week. Verzonken in gedachten maakte ik een flinke schuiver en liet ik dankzij mijn korte broek een royale portie DNA achter op de stoep. Stom: Ik wéét dat die tegels daar liggen. En toch gaf ik de schuld aan de boom, aan de gebrekkige verlichting en uiteraard aan de gemeente. Aan mij zou het niet liggen!

Dus lag er, nog voor het ochtendgloren, een melding bij de gemeente Ede. Inclusief foto’s van de opstaande tegels én mijn bebloede knie. Want stel je voor dat een omaatje hier onderuit gaat! Een paar uur later strompel ik de supermarkt binnen voor wat boodschappen. Daar ontmoet ik een oudere zuster uit de gemeente. “Wat loop je raar!” zegt ze. Na mijn uitleg vertelt ze over een dame die na een val haar heup brak en nooit meer hersteld is. Met enige trots voel ik dat ik mijn burgerplicht heb gedaan!

Vier dagen later(!) is de stoep alweer strak gelegd én zelfs de boom is behouden voor zijn volgende tackle.

In voorbereidingen op de verkiezingen buitelen de partijprogramma’s weer over elkaar heen met beloften om Nederland “uit het slop”, “van het slot” en “uit de sloot” te trekken. Natuurlijk, de uitdagingen zijn groot en vragen om leiderschap dat visie, verbinding en eenheid weet te brengen. Maar zolang in dit land een stoep sneller wordt hersteld dan mijn knie, constateer ik dat er ook ontzettend veel gewoon wél goed geregeld is.

Ik ontdekte iets in mijzelf vorige week, dat ik niet anders dan klein en kinderachtig kan noemen: mijn neiging om mijn eigen foutjes te projecteren op anderen. Het ligt natuurlijk aan de boom. Aan de tegels. Aan de verlichting. Aan de gemeente. En eerlijk: hebben we dat niet allemaal? Dat we onze eigen schrammen en gekrenkte ego’s liever projecteren op een politieke partij, op links of rechts, of op een groep mensen – wokies, wappies, asielzoekers, noem maar op?

Laat ik bij mezelf blijven. Blijkbaar moet ik soms eerst flink onderuitgaan om geconfronteerd te worden met mijn kleinzielige kant. De balk in mijn eigen oog blijkt genadeloos scherp naar buiten te steken. Dat ik in een land leef waar de overheid zelfs die balk nog even gladstrijkt, leer ik maar ontvangen als pure genade.

Marijn Vlasblom is docent aan het Seminarium en betrokken bij de Millenial Challenge. 

Christelijke vorming is tegenvorming

 ‘U moet u niet aanpassen aan deze wereld, maar u veranderen door uw gezindheid te vernieuwen om zo te ontdekken wat God wil…’ Rom.12:2

We leven in een zieke wereld

In deze blog zoom ik wat eenzijdig in op de problematische kant van de wereld. Want de wereld is enerzijds heel mooi en er gebeuren ook altijd weer mooie dingen die God werkt in zijn schepping. Anderzijds hebben we ook te maken met een zieke wereld.

Wat is er toch wat de wereld zo ziek maakt? En wat is er ziek in onze samenleving? Hoe werkt dit door op onze jongeren en op ons, die met elkaar de gemeente van Jezus Christus zijn? Hoe kunnen we hier een antwoord op vinden voor onszelf en onze omgeving? Hoe kunnen we met alle generaties in onze gemeente onze gezindheid vernieuwen naar het beeld van Jezus Christus? Laten we eerst enkele diagnoses bekijken.

Angststoornis

In een eerdere blog spraken we al over Jonathan Haidt en zijn boek ‘Generatie Angststoornis’. In dit boek legt hij de zere vinger op de gevolgen van de digitale wereld voor onze kinderen. De vier fundamentele schadeposten van onze schermgerichte cultuur die de wetenschap op het spoor is, zijn:

  • Sociale problemen (achterstand)
  • Slaapgebrek
  • Aandachtsproblemen
  • Verslaving

Deze kunnen we nog onderverdelen in onder meer isolatie, angst/fobie, verzwakking van identiteit, druggebruik en zelfvertrouwen en ADHD. Meerdere malen krijg ik terug van ouders dat jongeren ‘belvrees’ hebben. Door sociale angst durven ze niet meer een normaal gesprek te voeren over de telefoon.

Natuurlijk laat ik nu achterwege dat er ook zegeningen zijn van de digitale wereld. Daar mogen we dankbaar om zijn. Maar de situatie is nu ook zo, dat we serieus aandacht mogen hebben voor de zieke kant hiervan door onbegrensd gebruik. We consumeren ons ziek.

Onze regering heeft dit signaal ook opgepakt en na een debat in het voorjaar neoliberaal besloten om geen sterke afspraken te maken, maar hierop te reageren met adviezen voor bewust schermgebruik bij kinderen. Verstopt op deze website, besproken in het nieuws en zichtbaar tijdens reclames met deze filmpjes van de campagne ‘Blijf in beeld’.

Schermcultuur zorgt voor vervlakking van onze spiritualiteit

Jonathan Haidt legt in zijn boek ook een verband tussen onze schermcultuur en vervlakking in de spiritualiteit: Het schermgerichte leven leidt tot spirituele uitholling, niet alleen bij jongeren maar bij ons allemaal (p.231). Het probleem van onze jongeren is dus ook het probleem van ons ouderen. Ook wij leven behoorlijk aangepast aan deze wereld. En ook wij dragen daar de gevolgen van in ons eigen leven.

Deze ziekte heeft diepere oorzaken

Iemand die verder gaat waar Jonathan Haidt stopt, is de Koreaans-Duitse filosoof Byung-Chul Han. Han stelt dat de schermcultuur en digitalisering een onderdeel is van een groter probleem. Hij stelt dat onze maatschappij een extreme prestatiemaatschappij is geworden. De prestatiedwang is inmiddels verinnerlijkt en we buiten onszelf uit met populaire ziektes waar  burn-out, depressie, narcisme en ADHD opvallende symptomen van zijn. Han wijst naar de politiek van het neoliberalisme die deze cultuur versterkt. De economie beheerst alle vlakken van het leven. Zelfs vakanties, uitjes en meditatie-apps, worden een verdienmodel.

Enkele voorbeelden: Busreisjes die goedkoop zijn omdat er tijdens de reis veel producten worden aangeboden zodat de ‘consumenten’ naar huis gaan met deze nieuwe producten. Reclames die zich online en offline opdringen, zodat we verlangen wat we daarvoor nog niet nodig hadden. Influencers die flink worden gesponsord om - niet zonder leugens - hun producten aan onze jongeren te verkopen (zoals skincare routines). Zo worden we al vroeg gevormd tot consument.

Ook de digitalisering heeft invloed op onze democratie, transparantie, data die onze publieke wereld met algoritmes vormen, sturen en controleren.

In zijn boek ‘De verdwijning van rituelen’ wijst Han op een ander gevolg van onze neoliberale samenleving. Rituelen verdwijnen en worden opgeslokt door efficiënte tijd. Ook ziekte, creativiteit, retraite en het ‘niets doen’ passen moeilijk bij deze prestatiedruk. Het belang van rituelen is dat zij onze ervaringen ordenen, vormgeven aan onze tijd, ruimte en onze relaties voeden. Ze maken ruimte tegen de druk van efficiëntie en prestatie. Prestatie hoort niet ons uitgangspunt te zijn, maar rust. Hierbij verwijst Han ook naar de sabbatsrust. In onze tijd zien mensen zichzelf steeds meer als ondernemers van hun eigen leven zonder vaste tradities en zonder vaste vorm. Tradities worden ongemakkelijk in een cultuur van persoonlijke authenticiteit. Hierdoor verschraalt de gemeenschappelijkheid en verliezen we manieren om samen betekenis te ervaren.

Het voert te ver om in een blog deze scherpe analyses uit te werken. Han sluit aan en geeft correcties op het monumentale boek van Charles Taylor ‘De Seculiere Tijd’ die deze ontwikkeling vanaf 1200 stap voor stap beschrijft tot aan het begin van deze eeuw. In januari verschijnt de Nederlandse vertaling van het laatste boek van Byung-Chul Han: ‘De nieuwe wereld, spreken over God’. Dit is geen reclame. ;)

Deze inzichten houden ons een spiegel voor

Deze inzichten laten ons niet alleen zien in welke tijd we leven, deze inzichten houden ons ook een spiegel voor. Een zeer confronterende- en soms ook pijnlijke spiegel als we ontdekken dat het niet eenvoudig is om niet ‘gelijkvormig aan deze wereld’ te worden. Het verdwijnen van gemeenschapszin en gezamenlijke traditie heeft ook invloed op onze plaatselijke gemeenten en op ons gezamenlijk netwerk van de Unie-ABC. Het grotere verband buiten en binnen de gemeente is zeker niet meer vanzelfsprekend voor veel mensen.

Het valt niet mee om te onderkennen dat we ons meer aan deze tijd aanpassen dan we onszelf vaak wijsmaken. Niet alleen onze kinderen ervaren hier de schade van, alle generaties hebben te maken met de druk van prestatie en het verlies van gemeenschappelijkheid. Dit druppelt zowel ons leven alsook onze gemeenten binnen. En druppelen kan stromen worden. Dit zien we bijvoorbeeld in de extreme behoefte  om jezelf te tonen, te profileren en te presenteren. De ‘performance’ op een podium levert zichtbaarheid op, maar geen diepte, zegt filosoof Han. De aandacht is verdeeld, de spanningsbogen beperkt en het ligt voor de hand dat dit gevolgen heeft voor ons gemeenschapsleven en het gezamenlijk dragen van verantwoordelijkheid in onze gemeenten.

Maar hoe kunnen we hier nu iets tegenoverstellen? Hoe kunnen we nu concreet vormgeven aan de vernieuwing van onze gezindheid en ons denken veranderen in het denken van onze Heer Jezus Christus.

Christelijke vorming

Zo komen we op het gebied van christelijke vorming, wat we soms ook wel discipelschap noemen. En dat laatste is één van de kroonjuwelen uit de baptistentraditie, heb ik mij laten vertellen.

Nu heb ik inmiddels heel wat boeken over geestelijke vorming verzameld en gelezen. Naast mijn studie heb ik samen met jeugdwerkers en missionaire werkers ook 2 intensieve leertrajecten gevolgd over discipelschap bij LEF en Nederland Zoekt. Daarin heb ik veel geleerd wat ik vandaag nog steeds kan toepassen.

Toch is er vorig jaar is er in dit verband nog een bijzonder boek verschenen over christelijke vorming wat op een diepe manier indruk maakte. Dit boek gaat in op het bovengenoemde verhaal over de veranderingen in de maatschappij en op het effect ervan op ons geestelijk leven en probeer daar geestelijke antwoorden op te geven. Dit boek heet in het Nederlands De Weg Volgen: bij Jezus zijn, op Jezus lijken, als Jezus leven en het is geschreven door de Amerikaanse voorganger John Mark Comer.

John Mark Comer laat in zijn boeken zien dat hij deze confronterende spiegel niet uit de weg gaat, omdat het ons helpt om de geestelijke en praktische waarde van de Bijbelse boodschap voor ons persoonlijk leven te (her-)ontdekken. Dat geld in het bijzonder voor zijn boek ‘De Weg Volgen: bij Jezus zijn, op Jezus lijken, als Jezus leven’. Christelijke vorming is tegenvorming, stelt Comer. Hij verwijst hierbij ook naar het werk van Byung-Chul Han.

Comer doet dit in vlotte taal, zeer belezen met veel citaten uit de Bijbel en van geloofshelden uit de kerkgeschiedenis. Daarbij heeft hij een heldere driedeling die hij ontleent aan de rabbijnse traditie uit de tijd van Jezus: bij Jezus zijn, op Jezus lijken, als Jezus leven. Dit was manier waarop rabbijnen in die tijd lesgaven en dat is de manier waarop Jezus zijn leerlingen ‘stage laat lopen’. Hij blijft hiermee dicht bij de Bijbel en stelt Jezus centraal.

Een geloof dat verschil maakt voor het dagelijkse leven

Dit past natuurlijk zeer goed bij een belangrijke kernwaarde van Samen Jong die rekening houdt met een gemeente voor alle generaties: ‘Jezus boodschap serieus nemen: Een geloof dat verschil maakt voor het dagelijks leven’. Daar worden alle generaties door gevormd.

Geestelijke vorming is tegenvorming

John Mark Comer stelt in dit boek: Als wij niets doen als christenen dan worden we gevormd door de invloeden van de wereld om ons heen. Als wij dus worden gevormd naar het beeld van Christus is dat dus voor een groot deel ‘tegenvorming’. En dat is precies wat Paulus lijkt te zeggen in de bovenstaande tekst uit Romeinen 12.

Onze vorming is een samenspel van keuzes die wij maken en van het werk van de heilige Geest in ons. Die twee kunnen we nooit tegen elkaar wegstrepen. Gelukkig zijn zij die naar mijn woorden luisteren en ook doen, zegt Jezus aan het einde van de Bergrede. Doen vraagt altijd om het maken van keuzes. Lees bijvoorbeeld Jakobus 1:21-27. De Bijbel staat er vol mee.

Twee punten

Het boek is een schat aan inzichten en oefeningen om bij Jezus te zijn, op Jezus te lijken en als Jezus te leven. Samen met alle podcasts en cursussen kun je er voorlopig zoet mee zijn. Dus het gaat te ver om het hele boek van Comer hier te bespreken. Twee belangrijk punten wil ik op deze plek noemen:

1. Geestelijke vorming is het vormingsproces tot mensen van de liefde in Christus (p.90). Comer gebruik hier ook het beeld uit Johannes 15 van de rank in de Wijnstok. Het is dus van groot belang om bewust met deze vorming in Christus bezig te zijn. Als we dit niet doen worden we hoe dan ook gevormd door andere dingen die ons bezighouden.

In hoeverre zijn we persoonlijk en als gemeente bezig om bewust vorm te geven aan het leerproces om bij Jezus te zijn, op Jezus te lijken en als Jezus te leven? Hoe geven we hier gericht vorm aan in ons leven en in ons gemeente? Is er ruimte om te leren en stage te lopen? Is er ook ruimte om fouten te maken? Is er goede begeleiding in dit leerproces? Hoe dragen we met elkaar deze verantwoordelijkheid? Hoe kunnen we jongere en oudere generaties met elkaar verbinden, zodat ze van elkaar kunnen leren?

We leven nu in een tijd waarin steeds meer jongeren verlangen naar een duidelijk geestelijk vormingsproces. En de oudere generaties kunnen hier aansluitend de zegen van ervaren.

2. Geestelijke oefeningen kunnen de gelegenheid scheppen zodat God door zijn Geest in ons leven kan werken zodat we steeds meer op Jezus gaan lijken en als Jezus gaan leven.

Het is belangrijk om samen te eten en het is onze missionaire taak om ruimte te maken voor het goede nieuws, het goede nieuws te verkondigen en het goede nieuws te laten zien, lezen we in het boek. Dit past weer mooi bij de kernwaarde van Samen Jong: Een beste buur zijn.

Net als christenen door de jaren heen geeft Comer ook aandacht aan geestelijke oefeningen als bidden, Bijbellezen, vasten, afzondering. Een van de oefeningen is het opstellen van een leefregel. Dit was heel wat eeuwen terug al één van de oefeningen die veel christenen deden. Comer vergelijkt dit met de stokken die een wijnstok de goede kant op laten groeien.

Een leefregel helpt je onder meer om tot rust te komen en te leven in harmonie met je diepste verlangens die God in je heeft gelegd. Het helpt je om in het juiste tempo te leven. In een regel kun je positieve oefeningen vastleggen als regelmatig tijd voor gebed en Bijbellezen, gastvrij te zijn en goede daden doen voor de gemeente en je buren. Daarnaast kun je in een regel ook grenzen stellen voor het gebruik van sociale media, binge watchen en andere afleidingen om zo meer tijd vrij te maken voor het leerproces om als Jezus te kunnen leven.

Life Rules

Een duidelijk voorbeeld hiervan is het project Life Rules van de EO/CHE. Met deze tien regels worden jongeren aangemoedigd om onder meer te kiezen waardoor ze zich laten vormen, je aandacht niet te laten kapen, stil te zijn, langzamer te leven en actief te ontbubbelen. Zo kunnen dit dagelijkse toepassingen van Bijbelse waarheden worden, die ruimte scheppen om bij Jezus te zijn, op Jezus te lijken en als Jezus te leven.

Tegen alle opdringerigheid die jongeren tegenkomen offline en online kan er zo ruimte vrijkomen om tijd te maken voor wat echt belangrijk is: de offline relatie met goede vrienden en de geestelijke relatie met God. Een voorbeeld waar alle generaties van kunnen leren voor hun leven met elkaar en hun leven met God.

Zo hadden wij als gezin ooit een eenvoudige regel waarin we lieten merken dat we gastvrij wilde zijn voor onze omgeving, anderen voor het eten uitnodigden en zo met elkaar wilden genieten van de goedheid van God. We hadden als motto gekozen voor de tekst: ‘Proef en geniet de goedheid van de Heer!’ (Psalm 34:9). Dit was duidelijk te lezen voor iedereen die bij ons in huis was. Dit was wat we belangrijk vonden en het gaf richting in ons gezinsleven.

Samen met alle generaties leren mensen te worden van de liefde in Christus

Hoe mooi zou het zijn als we niet alleen een persoonlijke regel maken, maar als we hierin met elkaar als gezin, kring of gemeente een regel maken waarin we elkaar kunnen aanmoedigen, elkaar kunnen aanspreken en samen delen hoe deze regel ons verder brengt als mensen van de liefde in Christus.

Het boek van Comer biedt veel om als gemeente met alle generaties te leren van Jezus. Maar het is natuurlijk niet het enige boek en het slagen van al deze dingen is gelegen in het doen ervan in onze praktijk.

Ik hoop dat het zo mag bijdragen om christen en gemeente te zijn in een opdringerige wereld, waarin alle generaties met elkaar mogen optrekken achter Jezus aan. Niet aanpassen aan deze wereld, maar verandert te worden in onze gezindheid om Gods wil te ontdekken. 

Zo kunnen we door Gods Geest van Hem genieten en van Hem leren hoe we ruimte maken, onze tijd goed kunnen besteden en bewust ons te laten vormen als mensen die groeien in de liefde van Christus onze Heer en Meester.    

Ronald van den Oever is Jeugdwerkadviseur bij de Unie-ABC en docent aan de Jeugdwerkers Opleiding van het Evangelisch College

Tip:

* Luister ook de podcast van Begrijpend Leven waarin Marina Bouwman vertelt over de cursus van ‘De Weg Volgen’ met 150 jongvolwassenen.

* Het werkboek van Samen Jong zal verschijnen in februari 2026.