Een paar weken geleden startte ik met een gezondheidsprogramma waarbij ik geen suiker eet. Dus geen koekje bij de koffie (nee, ook geen speciaal gebakken stukje taart dat al op een schoteltje klaarstaat bij een huisbezoek), geen dropjes om een lange werkdag achter de computer gezellig mee te maken, geen chocolade tijdens een ritje naar huis na een pittige vergadering… Vooraf dacht ik erover na wat dat snoepen voor mij betekent. Het is een vorm van troost die teruggaat naar mijn tienertijd. Ik voelde me thuis niet zo gezien en verzachtte het onbewuste verdriet met iets lekkers tijdens het huiswerk maken.
Gelukkig is het 40 dagentijd en ben ik nu niet alleen. Velen vasten met mij mee door alle tussendoortjes te laten staan. Of door geen alcohol te drinken, niets nieuws te kopen, minder te Netflixen of Tiktokken of geen vlees te eten. Ook dat zijn allemaal dingen waar je soms troost in vindt.
Ook Jezus zocht troost voordat Hij zijn lijdensweg begon. Hij werd getroost door bemoedigende woorden van Mozes en Elia, door de stem van Zijn Vader, door de geur van olie en de handen van Maria, door de aanwezigheid van zijn vrienden, door samen een feestmaal te eten, door brood en wijn, door een engel.
Maar Jezus deed ook afstand van alle troost. Hij verliet zijn geboortestreek om naar het onveilige Jeruzalem te gaan, Hij vluchtte niet langer naar gebieden buiten Israël, Hij begaf zich in de invloedssfeer van de machthebbers die Hem wilden doden. Hij at en dronk een laatste keer, waakte een hele nacht en liet toe dat al zijn vrienden vluchtten, dat Judas Hem verraadde en dat Petrus beweerde niet eens te weten wie Hij was. En uiteindelijk bleef Hij helemaal alleen over, totdat Hij ook de aanwezigheid van Zijn Vader niet meer kon voelen.
Hoeveel ongemak kunnen wij verdragen? Het is goed mogelijk dat we in de nabije toekomst allerlei vormen van troost zullen moeten missen. Ontwikkelingen in de wereld zouden maar zo ons comfortabele leven onder druk kunnen zetten. Nu al is door klimaatverandering koffie bijna een luxeproduct geworden. Zou jij zonder je dagelijkse bakje troost kunnen?
Laten we het verdragen van ongemak oefenen door onszelf van tijd tot tijd iets te ontzeggen waar we troost aan ontlenen. Ga dan eens na wat dit met je doet. Ben je ergens zo afhankelijk van dat je er niet meer zonder kunt? Verdoof je moeilijke gevoelens? Besteed je te veel tijd aan dingen die de leegte in je ziel niet kunnen vullen? Bespreek je verslaving, je moeilijke gevoelens en je leegte met God en met elkaar, zodat Hij je kan vullen met de aanwezigheid van de Trooster.
En zolang dat nog kan, mag dat gerust onder het genot van een bakje troost (het liefst frair trade natuurlijk).
Geertje Plug is bestuurslid bij Unie-ABC en voorganger bij de Baptistengemeente Harderwijk.
Wim ging met grote regelmaat in hongerstaking. Steeds hield hij het maar een paar dagen vol. “Wim is weer in hongerstaking,” zuchtten zijn verzorgers dan tegen me. En een paar dagen later: “Wim is weer begonnen met eten.”
Bij ons in de voortuin staan aan de rand van de weg 5 coniferen op een kluitje. We wonen ruim twee jaar in ons huis en langzaam beginnen de coniferen ons wat te vervelen. Ze staan er al vanaf de bouw van het huis 50 jaar geleden en er is nooit wat aan gedaan. Je raadt het al, de coniferen zijn inmiddels behoorlijk hoog, een meter of vijf. Dat is mooi tegen de inkijk natuurlijk, maar het is een onmogelijk bos. En geen zon die er meer door heen komt.
Om een lang verhaal kort te maken, op een zaterdag hebben we van een vriendelijk gemeentelid een kettingzaag geleend en zijn we aan de slag gegaan. Als we er nu eens eentje uitzagen… Zo gezegd, zo gedaan. Stevige jongens die coniferen. Eentje er uit… Gevolg, een enorm gat en een dor droog bruin stuk wat niet om aan te zien is. Nog maar eentje er uit dan… Het gat werd groter en de dorheid die verscheen was vreselijk. We voelden de ogen van onze buren in de rug…
In het tuincentrum kochten we snel een nieuwe boom. Of beter gezegd een boompje… Het leek in de winkel heel wat, in de praktijk stak het boompje miezerig af tegen een bruine muur van dor hout. En nu? De buren hebben zo hun eigen kijk op het geheel. Aan de ene kant staan de buren die menen dat we de tuin onherstelbaar hebben beschadigd. Had die coniferen gewoon maar laten staan. Niets aan doen. Aan de ander kant hebben we buren die menen dat we het beste gelijk alle 5 de coniferen er uit kunnen zagen. Coniferen zijn alleen maar ellende… Zo snel mogelijk omhakken die handel. Dus wat nu? Hoe kunnen we onze tuin vernieuwen en toonbaar maken?
Het lijkt misschien een grote stap van coniferen naar de gemeente van Jezus Christus, maar tegelijk is er zoveel herkenbaars. We werken in de tuin van God en wat gaan we doen? In heel veel gemeenten merk ik een verlangen naar vernieuwing. Dat heeft ook te maken met de realiteit waarin we leven. Onze wereld verandert razend snel. Er komt een nieuwe generatie met nieuwe ideeën. Hoe kun je als gemeente daar op inspelen? Hoe aansluiting vinden? Hoe kun je als gemeente wat betekenen voor de mensen om je heen?
Voor elke gemeente ligt het net anders. Iedere gemeente is uniek. Het hangt af van het hout van de gemeente. Sommige struiken zijn goed bij te snoeien. Dan kun je er weer wat moois van maken. Met mooie plannen en met nieuwe activiteiten. In andere situaties levert verandering een struik op, die aan de ene kant nog groen is, maar van de andere kant helemaal dor lijkt. Wat dan? Een nieuw project als gemeente er naast beginnen? Met een fris jong boompje starten en op termijn kijken wat uit de oude groeit? Een half-half compromis lijkt in ieder geval dan niet te werken.
Voor ons als gemeenten is het de uitdaging om te zien wat voor soort boom we zijn. Uiteindelijk is er natuurlijk één hovenier die weet wat voor elke boom of struik het beste is. Voordat we de kettingzaag gaan lenen, laten we eerst bij die hovenier gaan luisteren. In de gemeente samen bidden: Heer Jezus, wat is uw plan met de gemeente? Wat is uw weg? Hoe kunnen we U het beste in onze plaats dienen? Opeens gebeuren er dan verrassende dingen.
En mocht U nog suggesties hebben hoe wij met onze coniferen in de voortuin om moeten gaan, al uw tips mogen naar: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Harm Jut is werkzaam als regio-coördinator bij Unie-ABC en voorganger bij Baptistengemeente Siloam in Ede.
Ik ben in een kerkdienst. Aan het begin vertelt de dienstleider over de oorlog en conflicten in de wereld van de afgelopen week. We zingen samen: 'Heer, ontferm U over ons.' Dit raakt me. Het woord ‘ons’ omvat zowel de mensen in de kerk als de hele wereld. De emoties die we voelen bij beelden op tv, delen we nu met elkaar voor God. In deze blog gaat het over vieren en de verbinding met het dagelijks leven en Gods wereld. Hoe kunnen we samen leren vieren in Gods wereld?
Verschillende voorkeuren
Als christenen komen we samen om te vieren dat Jezus onze Heer is. Dit gebeurt in de zondagse dienst, maar ook in kleine groepen of thuis. De manier waarop we vieren verandert met de tijd, bijvoorbeeld door nieuwe technische mogelijkheden.
Het vormgeven van de samenkomst kan een zoektocht zijn. Mensen hebben verschillende voorkeuren: de één houdt van nieuwe liederen, de ander van bekende. Sommigen willen meer interactie, anderen juist minder. Hoe zorg je ervoor dat alle generaties zich thuis voelen? En wie bepaalt hoe de dienst eruitziet: de voorganger, de zangleider, of samen?
Een gezamenlijk leerproces
Kunnen we samen leren over hoe we een dienst vormgeven? En vanuit welke visie? Vaak gaat het gesprek over liederen of bepaalde vormen. In het boek Wakker in Gods wereld: Kerk-zijn in de 21e eeuw geeft Jack Barentsen een bredere visie: hoe verbinden we de dienst met het dagelijks leven en met Gods wereld?
Door elementen uit het dagelijks leven een plek te geven in de dienst, wordt deze herkenbaarder voor alle generaties. Zo kunnen jong en oud samen hun ervaringen voor God brengen. Mensen die nieuw zijn in de kerk, merken dat het geloof over dingen gaat die zij ook meemaken. Voor voorgangers, zangers en muzikanten geeft deze visie richting. Barentsen geeft twee concrete tips.
1. Verbinding maken met het dagelijks leven
Soms wordt ons aan het begin van een dienst gevraagd om de zorgen van de week los te laten en ons op God te richten. Maar hierdoor kan het lijken alsof geloof en dagelijks leven los van elkaar staan. Terwijl God juist betrokken is bij ons hele leven.
In de Bijbel zie je hoe geloof en dagelijks leven samenkomen. In het Oude Testament brengen mensen gaven uit het land naar de tempel. Aanbidding wordt door de profeten verbonden met recht doen en zorg voor anderen. Het Nieuwe Testament besteedt aandacht aan hoe je met elkaar omgaat in het gezin en op het werk. Hoe kunnen wij in de dienst stilstaan bij onze dagelijkse ervaringen en ontdekken hoe God daarin aanwezig is? En hoe kunnen gebed, samen zingen en de Bijbel ons kracht, troost en richting geven?
2. Spelen met verhalen
Soms lijkt het geloof vooral te gaan over ‘ik en mijn God’. Dat is niet verkeerd, maar kan eenzijdig zijn. Baptisten hebben van oudsher aandacht voor samen geloven en samen Gods weg zoeken.
Als geloof alleen draait om persoonlijke beleving, kan het los komen te staan van de wereld om ons heen. Jack Barentsen vertelt hoe er op de zondag na de inval van Rusland in Oekraïne in een dienst waar hij was, geen enkele aandacht was voor deze ingrijpende gebeurtenis. Dit maakt pijnlijk duidelijk hoe kerk en wereld soms gescheiden lijken.
Op het Seminarium leren studenten om in de liturgie te ‘spelen’ met verhalen: het verhaal van God, van de gemeente en van de wereld. De kern hiervan is dat wij deelnemen aan Gods missie in de wereld. We zijn geroepen om zijn koninkrijk te zoeken en het kwade te weerstaan. Ons vieren en ons dagelijkse handelen heeft betekenis in het licht van Gods koninkrijk.
Praktische voorbeelden
Voor voorgangers, dienstleiders en muzikanten vraagt het oefening om vieringen te verbinden met het dagelijks leven en verhalen creatief in te zetten. Dit kost tijd en samenwerking. Hier zijn enkele praktische ideeën.
Voorkom ons-kent-ons-taal zoals: “U kent allemaal wel het verhaal van Abraham…”, maar gebruik taal die iedereen insluit: “Abraham leefde in een tijd waarin…”.
Laat in de inrichting van de kerk iets terugkomen van de stad of wijk. In de Buurtkerk Soesterkwartier liggen bijvoorbeeld de letters SK bij de Paaskaars, naast een klein houten kruis.
Vertel met de liederen een verhaal waar mensen deel van zijn. Varieer met liederen uit de traditie, hedendaagse aanbiddingsmuziek en liederen van Sela of Schrijvers voor gerechtigheid.
Gebruik in de dienst contrasten en laat zien dat God erbij is. Denk aan twijfel en vertrouwen, rust en uitdaging, donker en licht, zwakte en kracht, verdriet en vreugde, dood en leven. Dit zijn dingen die we allemaal in het dagelijks leven meemaken.
Maak ruimte voor schuldbelijdenis en klacht. Geef woorden aan wat er leeft in de gemeente en in de samenleving.
Geef mensen de kans om zich in het verhaal in te leven door een moment van stilte, een passende handeling, of samen het Onze Vader te bidden (toon de tekst).
Gebruik in de preek herkenbare situaties of een verhaal uit het dagelijks leven, werk of school. Zorg voor voorbeelden die aansluiten bij verschillende leeftijden.
Verbind het avondmaal met het lijden in de wereld, met het lichaam van Christus plaatselijk (bijvoorbeeld de pioniersplek) en wereldwijd, met samen eten.
Laat verschillende generaties een brief aan God schrijven over hun woonplaats en deze in de dienst voorlezen.
Schrijf samen een eigentijdse psalm of een lied over de stad of wijk.
Laat mensen vertellen over hun werk of vrijwilligerswerk en bid voor hen.
Vraag de politie of andere maatschappelijke werkers om gebedspunten voor de dienst.
Als de kerk samenkomt in een schoolgebouw, laat dan bijvoorbeeld de conciërge iets vertellen en bid voor de school.
Doe met een groep een (stilte)wandeling in de natuur. Lees samen Psalm 19.
Breng een bos bloemen namens de kerk naar iemand buiten de gemeente als bemoediging.
Samen vieren in Gods wereld geeft hoop. Door de eeuwen heen hebben mensen hun blik gericht op God, midden in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld in dit Taizé-lied, dat gebaseerd is op een tekst van de theoloog Dietrich Bonhoeffer (in het Duits wordt God met ‘du’ aan gesproken).
God, geef dat mijn gedachten gericht zijn op jou. Bij jou is het licht, jij vergeet mij niet. Bij jou vind ik hulp, ja bij jou vind ik geduld. Van jouw wegen heb ik geen begrip, maar jij weet de weg voor mij.
Terwijl op 14 februari heel commercieel Nederland bezig was om de liefde te vieren, was in Amersfoort een studiedag vanuit het Evangelisch College over hechting en geloof. Een onderwerp dat gezien de enorme opkomst - de zaal zat nagenoeg helemaal vol - veel speelt in kerkelijk Nederland. Vanuit het hele land waren mensen afgereisd naar Amersfoort om te leren van Hanneke Schaap, hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de VU en rector van het Kennisinstituut Christelijke GGZ.